Op 1 januari 2020 is de Wet Arbeidsmarkt in Balans van kracht. De WAB maakt flexibele arbeid minder aantrekkelijk en vaste arbeid juist aantrekkelijker. De wet heeft grote gevolgen voor organisaties waarin het aantal benodigde FTE per maand nogal verschilt. Dat kan verschillende redenen hebben. Soms is het in de ene maand gewoon altijd drukker dan de andere. Denk aan organisaties die te maken hebben met seizoensmatige pieken zoals verwerkers van agrarische producten, producenten van artikelen die rond de feestdagen veel worden verkocht of beveiligers van evenementen. Een tijdelijke behoefte aan meer capaciteit kan ook ontstaan als er in een maand veel medewerkers tegelijk uitvallen, bijvoorbeeld vanwege ziekte of vakantie. Maar zorgt de WAB ervoor dat er helemaal geen flexibiliteit meer is?

Terugdringen flexibiliteitsbehoefte

Er zijn verschillende manieren om in die flexibiliteitsbehoefte te voorzien. Begin echter eerst om de benodigde flexibiliteit zoveel mogelijk te reduceren. Kan er niet op voorraad worden geproduceerd, is het niet mogelijk de vakanties meer te spreiden, kunnen bepaalde activiteiten niet naar een rustiger periode worden verschoven of kan een deel van het werk niet worden uitbesteed? In het algemeen is het vaak én goedkoper én organisatorisch veel gemakkelijker om flexibiliteitsvragen te vermijden dan ze op te lossen. Zeker na invoering van de WAB.

Jaarurensystematiek

Blijft de flexibiliteitsbehoefte bestaan dan is er een reeks aan mogelijkheden. Eigenlijk zijn het twee groepen van oplossingen: Het vergroten van de capaciteit of het roostermatig variëren van het aantal uren gedurende het jaar. Extra capaciteit kan worden verkregen door tijdelijke medewerkers aan te trekken, uitzendkrachten in te huren, oproepkrachten te laten werken of parttimers meeruren te geven. Ook roostermatig zijn er oplossingen. Medewerkers laten overwerken en later die uren te laten compenseren is er een van. Meer structureel – en goedkoper – is het toepassen van een plus- minuren systematiek. Het heet ook wel jaarurensystematiek. In zo’n regeling werken medewerkers  in een rustige periode minder uren en in een drukke periode meer. Soms gaat het gepaard met een roosterwijziging, de bedrijfstijd is in een rustige periode bijvoorbeeld 5 dagen in de week en in een drukke periode 6. Vaak is in een cao al geregeld tussen welke uitersten de arbeidsduur zich per periode mag bevinden.

Gevolgen van de WAB voor flexibiliteit

Met de WAB wordt een aantal van de mogelijkheden om tijdelijk extra capaciteit aan te trekken, meer flexibiliteit, minder aantrekkelijk. Oproepkrachten kunnen niet meer verplicht worden altijd beschikbaar te zijn. Medewerkers met een min-/max contract hebben aan het einde van het jaar recht op een contract met het gemiddelde aantal gewerkte uren van dat jaar. De premies worden hoger voor medewerkers met een tijdelijk contract.

Alle reden dus om meer langs een roostermatige oplossing te voorzien in de behoefte aan flexibiliteit.